Statuten


Hieronder vind u onze statuten, zoals vastgelegd bij de notaris.

STATUTEN d.d. 12-07-2024:
Artikel 1.
Begripsbepalingen.
In deze statuten wordt verstaan onder:
Bestuur: het Bestuur van de Stichting
BW: het Burgerlijk Wetboek
Elektronisch: een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en
reproduceerbaar bericht;
Jaarstukken: de balans en de staat van baten en lasten en een toelichting daarop;
Schriftelijk: bij brief, telefax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar
communicatiemiddel wordt overgebracht en Elektronisch of op schrift
kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende
zekerheid kan worden vastgesteld;
Stichting: de rechtspersoon waarop deze statuten betrekking hebben.
Gedefinieerde begrippen kunnen zonder verlies van de inhoudelijke betekenis in
enkelvoud of meervoud worden gebruikt.


Artikel 2.
Naam en zetel.
1. De stichting draagt de naam: STICHTING HOPE FOR ENGLAND
2. Zij heeft haar zetel te Elspeet.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
4. De stichting heeft als grondslag de Bijbel, zijnde het onfeilbare en
geïnspireerde Woord van God, en de Drie Formulieren van
Enigheid.
Artikel 3.
Doel en middelen.
3.1. De Stichting heeft ten doel Het ondersteunen en bevorderen van de Bijbelse leer
en onderwijs op gereformeerde grondslag in Engeland en voorts al hetgeen met
een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan
zijn, alles in de ruimste zin des woords.
3.2. De Stichting kan haar doel nastreven met alle wettige middelen, waaronder met
name door
• het opzetten en in stand houden van een erfgoedcentrum in Rochdale, Engeland
• het financieel en anderszins ondersteunen van
evangelisatiewerk uitgaande van ‘Hope Chapel’ in Rochdale,
Engeland
• het verzorgen van publicaties die een connectie hebben met de
rijke kerkgeschiedenis van Engeland;
• het financieel en anderszins ondersteunen van onderwijs op
Bijbelse grondslag;
• het financieel en anderszins ondersteunen van personen die
werkzaamheden verrichten welke dienstig zijn aan het doel;
• andere activiteiten die dienstig kunnen zijn aan het doel.
3.3 Het uitkeringsbeleid van de stichting dient zodanig te zijn dat de stichting kan
worden aangemerkt als een instelling als bedoeld in artikel 6.33 lid 1 onderdeel b
van de Wet Inkomstenbelasting 2001.

Artikel 4.
Het Bestuur.
4.1. Het Bestuur van de Stichting bestaat uit een door het Bestuur vast te stellen
aantal van ten minste drie personen.
4.2. Bestuurders worden benoemd door het Bestuur. Indien niet binnen acht maanden
na het ontstaan van een vacature daarin is voorzien, kan de rechtbank daarin
voorzien op verzoek conform artikel 2:299 BW.
4.3. De Bestuurders verdelen de bestuursfuncties, waaronder die van voorzitter,
secretaris en penningmeester, onderling. De functies van secretaris en
penningmeester kunnen door dezelfde persoon vervuld worden.
4.5. Het Bestuur kan een rooster van aftreden vaststellen. In dat geval worden
Bestuurders benoemd voor een periode die eindigt volgens het rooster van
aftreden. Een volgens het rooster aftredende bestuurder is herbenoembaar.
4.6. Een volgens het rooster aftredende bestuurder blijft in functie tot de benoeming
van zijn opvolger, tenzij het Bestuur anders besluit.
4.7. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn aftreden als bedoeld in lid 5 van dit artikel;
c. doordat hij failliet wordt verklaard, hem wettelijke schuldsanering wordt
verleend, hij onder curatele wordt gesteld of een meerderjarigenbewind wordt
ingesteld over één of meer van zijn vermogensbestanddelen;
d. door ontslag door de rechter krachtens artikel 2:298 BW;
e. door zijn ontslag verleend door het Bestuur wegens gewichtige redenen in
een daartoe strekkend bestuursbesluit, genomen in een vergadering waarin
door alle overige in functie zijnde bestuurders voor zijn ontslag is gestemd.
4.8. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben
wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie
daadwerkelijk gemaakte kosten.

Artikel 5.
Taken en bevoegdheden van het Bestuur.
5.1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting.
5.2. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
5.3. Ingeval van belet of ontstentenis van alle bestuurders of de enige bestuurder is
de persoon die het Bestuur daartoe heeft aangewezen casu quo zal aanwijzen
tijdelijk met het bestuur belast. De in de vorige zin bedoelde persoon neemt zo
spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te
doen treffen.
5.4. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan
van overeenkomsten, waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk
medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het Bestuur en de
bestuurders zijn terzake van hiervoor bedoelde rechtshandelingen bevoegd de
Stichting te vertegenwoordigen.
5.5. Het Bestuur is bevoegd één of meer reglementen vast te stellen, waarin door het
Bestuur vast te stellen onderwerpen worden geregeld. Een reglement mag niet
met de statuten in strijd zijn. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te
wijzigen of in te trekken.
Artikel 6.
Vergaderingen en besluitvorming.
6.1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waarin de Stichting
haar zetel heeft of op een andere plaats, door de voorzitter bepaald en in de
oproeping meegedeeld.
6.2. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht
of ten minste twee van de overige bestuurders de voorzitter daarom verzoeken,
doch ten minste eenmaal per jaar.
6.3. De oproeping tot de vergadering geschiedt door de voorzitter, dan wel namens
deze door de secretaris, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de
oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De oproeping zal
Schriftelijk plaatsvinden en vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de
vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6.4. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig
zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende
onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten
gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in
acht genomen.
6.5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur. Bij diens
afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
6.6. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de
secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe
aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de
vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
6.7. Het Bestuur kan in een vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de
meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of
vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een
medebestuurder laten vertegenwoordigen op overlegging van een Schriftelijke,
ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een
bestuurder kan daarbij slechts voor één medebestuurder als gevolmachtigde
optreden.
Indien gestemd wordt over een voorstel om een bestuurder te ontslaan als
bedoeld in artikel 4.7, kan de bestuurder, wiens ontslag het betreft, niet aan de
stemming deelnemen en telt deze bestuurder niet mee voor de berekening van
het quorum, zoals bepaald in de eerste volzin van dit lid.
6.8. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit Schriftelijk
geschiedt en alle stemgerechtigde bestuurders met deze wijze van
besluitvorming hebben ingestemd.
6.9. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij
daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het
belang van de Stichting en de daarmee verbonden organisatie tenzij hierdoor
geen bestuursbesluit kan worden genomen. In dat geval worden de
overwegingen die tot het besluit hebben geleid, schriftelijk vastgelegd.
6.10. Ieder bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle
bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig
uitgebrachte stemmen. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de
voorzitter omtrent de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt
voor de inhoud van een genomen besluit voor zover werd gestemd over een niet
Schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van een
oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe
stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de
oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of Schriftelijk geschiedde, een
stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen
de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
6.11 Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter
of één van de stemgerechtigden vooraf te kennen geeft stemming bij
ongetekende, gesloten briefjes te verlangen.
6.12 Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
6.13 In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten of een reglement
voorzien, beslist de voorzitter.
Artikel 7.
Vertegenwoordiging.
De Stichting wordt vertegenwoordigd door hetzij het Bestuur, hetzij door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
Artikel 8.
Boekjaar en jaarrekening.
8.1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
8.2. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles
betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien
uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de
daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige
wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting
kunnen worden gekend.
8.3. Het Bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar
de Jaarstukken van de Stichting te maken en op papier te stellen.
8.4. Het Bestuur kan, alvorens tot vaststelling van de in lid 3 bedoelde stukken over te
gaan, deze doen onderzoeken door een door het Bestuur aan te wijzen
accountant.
8.5. De Jaarstukken worden gedurende ten minste de door de wet voorgeschreven
termijn bewaard.
8.6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier
gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere
gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging
geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gedurende
de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen
worden gemaakt.

Artikel 9.
Statutenwijziging.
9.1. Het Bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
9.2. Een besluit van het Bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van
tenminste twee/derde gedeelte van de stemmen, uitgebracht in een voltallige
vergadering. Is een vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de
orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste
vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of
vertegenwoordigde bestuurders rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de
eerste vergadering aan de orde was, worden besloten mits met een meerderheid
van tenminste twee/derde gedeelte van de uitgebrachte stemmen.
9.3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden
voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst
van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
9.4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een
notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder
bestuurder bevoegd.
Artikel 10.
Ontbinding.
10.1. Het Bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
10.2 . Op het besluit van het Bestuur tot ontbinding is het bepaalde in lid 2 van het
vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
10.3. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt besteed aan een
instelling met gelijke fiscale status ( ANBI-status) met een soortgelijke
doelstelling of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg
uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
10.4. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders.
10.5 Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder
berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
10.6 Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1 van Boek 2 BW
Artikel 11.
Slotbepaling.
In alle gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het Bestuur.
Artikel 12.
Overgangsbepaling.
12.1 In afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 2 worden de eerste bestuurders
bij deze akte benoemd.
12.2 Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend vier en
twintig.
12.3 Dit artikel vervalt na verloop van het eerste boekjaar.

En de hoop

beschaamt niet...


Romeinen 5:5